Non-dualiteit en het probleem van het ego


Non-dualistische therapeuten benadrukken dat de dualistische levenshouding van nature stressvol is. Het ego, d.w.z. de overtuiging dat je een op zichzelf staand individu bent, afgescheiden van de buitenwereld, wordt lichamelijk ervaren als een samentrekking van de spieren, wat zich met name uit in een gespannen ademhaling, een gevoel van spanning in de borst, in de keel, aan de achterkant van het hoofd en rond de ogen. In de dualistische levenshouding trekken we ons lichaam letterlijk samen tot individuele, afgescheiden eenheden in een onverschillige wereld waar we moeten knokken om onszelf in stand te houden en te laten gelden.

Ontspannen met non-dualiteit
Dit gevoel van samentrekking tot een afgescheiden individu begint als we nog heel jong zijn en wordt als spanning en stress gedurende de rest van ons leven opgebouwd. Geen wonder dat het fenomeen burn-out epidemische proporties aanneemt in onze hyper-individualistische en -competitieve samenleving! In de ervaring van non-dualiteit valt al deze stress weg, omdat we onszelf als één met de wereld ervaren. Vandaar de grote therapeutische waarde van non-dualiteit.

In de non-duale ervaring verdwijnt het gevoel van scheiding tussen ‘ik’ en ‘niet-ik’ en wordt de rusteloze drang om een ego, een ​op zichzelf staand individu, te zijn opgegeven. Het ego ervaart als het ware z’n eigen oplossing in het Kosmische Geheel – zoals een klontje suiker oplost in een kopje thee. Dit gevoel van loslaten wordt lichamelijk en emotioneel ervaren als een grote ontspanning. Het oplossende ego slaakt een zucht van verlichting, vergelijkbaar met de laatste ademtocht van een stervende: “Het is voorbij...”

Met dit verschil, natuurlijk, dat je niet echt sterft. Integendeel, je wordt herboren in een bevrijde toestand, bevrijd van het lijden dat inherent is aan de dualistische levenshouding. In de non-duale ervaring keer je terug naar de toestand van kosmische eenheid die je als baby hebt ervaren, zij het dat je nu deze eenheid als volwassene bewust ondergaat. We worden als het ware bewuste baby’s.


Het oceanische oergevoel
Dat gevoel van absoluut één zijn met je moeder als je nog in de baarmoeder zit en later, na je geboorte, het gevoel van gedragen worden in de armen van je ouders, dat gevoel van totale veiligheid en overgave, van ongedeelde eenheid en liefde, wat Freud het “oceanische gevoel” noemde en dat hij omschreef als een “gevoel van eenheid met het universum” – dat oergevoel verliezen we als we opgroeien en ons de dualistische levenshouding eigen maken.

We leren dan om onszelf als afzonderlijke individuen te zien, ieder met zijn / haar eigen wil en morele verantwoordelijkheden. We worden op zichzelf staande individuen die moeten voldoen aan de dualistische verwachtingen van de samenleving. Zo verliezen we de oergelukzaligheid die we als baby’s ervoeren. Maar we verliezen nooit de herinnering daaraan. En dat is, kort gezegd, waarom we lijden – in de betekenis van “lijden” die zo'n centrale rol speelt in de Oosterse spiritualiteit. We lijden omdat we boven alles willen terugkeren naar die oorspronkelijke staat van gelukzalige eenheid én omdat we – binnen de dualistische levenshouding – dat nooit meer kunnen bereiken. We willen dus het onmogelijke. Dat wil zeggen: we willen het onmogelijke zolang we denken dat we afgescheiden individuen zijn.

Het geheim van het menselijk verlangen
Dit is, vanuit non-dualistisch perspectief, het geheim van het menselijk verlangen en het probleem van het ego. Schijnbaar afgescheiden van het Kosmische Geheel voelen we onszelf radicaal incompleet, radicaal onzeker. En dan proberen we dit innerlijke gebrek op te vullen door iets buiten onszelf te zoeken, iets dat ons weer compleet zal maken. Dáárom kunnen we niet stoppen met het kopen van nutteloze dingen en met het wanhopig najagen van rijkdom en succes, liefde en seksueel genot, lichamelijke gezondheid en schoonheid...

In de dualistische levenshouding denken we: “ALS ik maar die nieuwe auto kan kopen...”, of: “ALS ik maar de juiste partner kan vinden...”, of: “ALS ik maar mijn opleiding kan afmaken...”, of: “ALS ik maar die borstvergroting kan laten doen...”, of: “ALS ik maar de juiste goeroe kan vinden...” – kortom: “ALS ik maar dat ongrijpbare ding X kan pakken, DAN zal ik pas gelukkig zijn, DAN zal ik compleet zijn, DAN zal ik vervuld zijn.” Maar, zoals we allemaal diep van binnen weten (ook al geven we dat niet graag toe), zo werkt het gewoonweg niet.


De innerlijke leegte die werd achtergelaten door het Kosmische Geheel dat we (schijnbaar) verloren toen we opgroeiden tot afgescheiden individuen – die leegte kan nooit worden opgevuld door iets anders dan het Geheel zelf. Proberen deze leegte op te vullen met buiten ons gelegen zaken – een mooie auto, een borstvergroting, maatschappelijk succes, een liefhebbende partner, de juiste goeroe – is hetzelfde als proberen om een zeef te vullen met water. Dat is wat lijden is: proberen het Geheel te hervinden terwijl je een afgescheiden individu blijft.

Samsara voor sceptici
Op deze manier kunnen we de cyclus van samsara begrijpen zonder vast te hoeven houden aan het oude Indiase geloof in reïncarnatie – iets dat veel mensen tegenwoordig als onwetenschappelijk bijgeloof zien. De cyclus van samsara kan eenvoudig begrepen worden als de cyclus van het dualistische verlangen: elke poging om weer heel te worden door iets buiten onszelf na te jagen zal onvermijdelijk mislukken en zal daarom dit verlangen naar heelheid nieuw leven in blazen. Dat is samsara: de onophoudelijke reproductie van het dualistisch verlangen, omdat niets eindigs en materieels ons ​​uiteindelijk kan bevredigen.

Alleen het Geheel kan dat doen. Alleen het non-duale bewustzijn, waarin we onze oorspronkelijke eenheid met het Geheel realiseren, kan de samsarische cyclus van het verlangen stoppen. Dit einde van het dualistisch verlangen is Verlichting, de Bevrijding van het Lijden, of – zoals boeddhisten zeggen – “nirvana” (wat letterlijk “uitdoven” betekent, namelijk het uitdoven van het dualistische verlangen).

Dit betekent nadrukkelijk níet dat we volkomen willoos worden, alsof we voortaan perfecte heiligen zijn die totaal geen verlangens meer hebben. Het gaat alleen om het dualistische verlangen dat wegvalt, het verlangen om onszelf te helen door iets buiten onszelf te zoeken. Dat specifieke verlangen valt weg in het non-duale bewustzijn, omdat we dan beseffen dat we het Geheel nooit hebben verlaten. Dan zijn we eindelijk vrij om écht te genieten van alle mooie dingen en mensen om ons heen, omdat de dualistische drang om te bezitten dan niet meer gevoeld wordt.

No comments: