Wat is non-dualiteit?


Non-dualiteit is de ervaring van de werkelijkheid als één kosmisch geheel, waar jij zelf een manifestatie van bent. Er is dan geen dualiteit meer tussen jou en de wereld om je heen. Filosofisch gezegd: er is geen dualiteit meer tussen subject en object, d.w.z. tussen waarnemer en waargenomene.

Als waarnemer van de wereld ben je een onlosmakelijk onderdeel van het geheel. Jouw bewustzijn van de realiteit – in de vorm van alles wat je ziet, ruikt, proeft, voelt, denkt – is het bewustzijn dat de realiteit van zichzelf heeft. Het geheel ervaart zichzelf via alles wat bewuste wezens zoals wij ervaren. Wat wij in de wereld doen is wat de realiteit met zichzelf doet.


Het doel van non-dualistische vormen van spiritualiteit – met name Advaita Vedanta, Boeddhisme, Tantra en Daoïsme – is om deze non-dualiteit als ultieme waarheid in te zien, zowel door middel van logisch nadenken als door middel van onmiddellijke ervaring verkregen uit spirituele oefening (yoga, meditatie), om zo een permanente staat van Verlichting en Bevrijding van het Lijden te bereiken.

Waarom Verlichting en Bevrijding? Omdat het non-duale inzicht ons bevrijdt van de illusie dat we geïsoleerde wezens zijn. Wezens die losstaan van elkaar en van een onverschillige buitenwereld, waarin we moeten knokken om onszelf in stand te houden en te laten gelden. Volgens non-dualistische vormen van spiritualiteit is deze illusie de bron van al het lijden in de wereld.

Egoïsme, hebzucht, onverschilligheid, geldingsdrang, uitbuiting, minderwaardigheidsgevoelens, haat, misbruik, geweld... Het zijn allemaal gedachten, gevoelens en gedragspatronen die hun oorsprong hebben in het ene idee dat ik – als deze persoon, met dit lichaam en deze geest – een geheel eigen bestaan heb, los van de andere mensen om mij heen, los van de natuur, los van het heelal, los van het goddelijke...

Zodra wordt ingezien dat deze afgescheidenheid niet meer is dan een illusie, verliezen al deze negatieve gedachten, gevoelens en gedragspatronen hun drijvende kracht; in die zin vindt er een Bevrijding van Lijden plaats. Als de illusie van het afgescheiden ego wegvalt, vallen al diens kleinzielige ambities, zorgen, angsten en onvervulde verlangens ook weg. Wat overblijft is een diepe gemoedsrust, een serene gelukzaligheid en een diep gevoel van liefdevolle eenheid met alles en iedereen.


In de Indiase filosofie wordt dit verlichtende aspect van non-dualiteit vaak geïllustreerd via de vergelijking van de menselijke geest met een bergmeer dat de lucht en wolken erboven weerspiegelt. Normaal gesproken is het water van het meer onrustig, omdat de altijd veranderlijke wind van onze gedachten en emoties kleinere of grotere golven veroorzaakt, waardoor een vervormde weerspiegeling in het water ontstaat. Het meer is dan geen getrouwe spiegel van wat zich erboven bevindt.

Maar door de ervaring van non-dualiteit kalmeert het water, omdat de storm van gedachten en emoties tot rust komt. Zoals de Brihadaranyaka Upanishad stelt: “Als helder water wordt [...] de ziener die non-dualiteit ziet.” (4.3.32) Eindelijk wordt het meer zo glad als een spiegel en reflecteert het getrouw de blauwe lucht erboven, met de stralende zon in het midden – de bron van alle energie en leven, de creatieve essentie van het heelal, waarvan je nu beseft dat het je diepste Zelf is.